NEC – Roda JC, Finale 1999/2000, 21-5-2000:
Na overwinningen op Ajax, FC Utrecht en het gouden doelpunt van Zafarin tegen Vitesse, werd NEC de
tegenstander in de vijfde bekerfinale van Roda JC. Via Peeters en Van der Luer was de tweede bekerwinst een feit.
KOEMPELCLUBS IN
HET BUITENLAND
DE MACHT UIT DE SCHACHT
Door: Bart Urlings
Grensoverschreidend
Tijdlijn Bekerwedstrijden Roda JC
23
Roda JC verkeerde in mijn optiek de afgelopen 20 jaar in een identiteitscrisis. Waar wilden we nu precies voor staan? Van oudsher is Roda JC een
echte mijnwerkersclub. Maar ergens begin jaren ’90 ontstond er een beweging in de Oostelijke Mijnstreek die vond dat we dat verleden toch vooral
achter ons moesten laten. Het mijnverleden werd met een soort schaamte beschouwd. Om die reden sneuvelde, met name in de omgeving Heerlen,
een hoop cultuurhistorisch erfgoed. Ook ons cluppie ging mee in die ‘rage’. Op een paar halfslachtige pogingen na, met name in de ‘Huub Narinx-
periode’ toen het koempelgehalte een kleine boost kreeg, werd de ene na de andere weinig zeggende slogan bedacht die de identiteit van Roda
moest weergeven. Van ‘Trots van het Zuiden’ tot ‘Limburgse Passie’, met tussendoor wederom een – gelukkig –mislukte fusiepoging.
Inmiddels zijn we eruit en willen we weer
terug naar de roots. Daar is dit magazine
anderhalf jaar geleden ook uit voortgekomen.
Daarnaast heeft de club het ook wat groter
aangepakt, want de fanatieke aanhang van
Roda huist tegenwoordig op de Koempel-
tribune. Inclusief de fraaie bij elkaar
gemonteerde geel-zwarte zitjes.
We moeten onszelf nu vooral niet wijsmaken
dat wij daarmee dé koempelclub van Europa
zijn. Daarvoor zijn er (veel) te veel clubs
waarvan de grondleggers ook ploeterden
in de mijnen en die hun verleden níet
(tijdelijk) hebben verloochend, maar juist
altijd hebben gekoesterd. Wie kent niet de
heroïsche verhalen over de Kolenpotderby
in Duitsland, tussen Schalke ’04 en Borussia
Dortmund? In Gelsenkirchen werd onlangs de
spelerstunnel zelfs verbouwd tot een heuse
mijnschacht. Maar Schalke ’04 en Borussia
Dortmund zijn lang niet de enige clubs in
de regio die respectvol met hun verleden
omgaan. Wat te denken van VfL Bochum, Rot-
Weiss Essen en SG Wattenscheid ’09? Bij veel
clubs wordt voorafgaand aan een wedstrijd
het fraaie ‘Glück auf, der Steiger kommt’
gedraaid en de uitingen van fanartikelen zijn
vaak doordrenkt van het mijnverleden. Daar
kunnen wij nog een voorbeeld aan nemen!
Niet alleen in het Ruhrgebied zijn de
koempelclubs talrijk aanwezig. In de rest
van Duitsland vind je, als je de voormalige
mijnbouwplattegrond erbij neemt, tal van
clubs die vergelijkbare roots hebben als
de onze. In Saarland (1. FC Saarbrücken)
bijvoorbeeld, maar ook in het voormalige
Oost-Duitsland. Zelf volg ik al jaren een
bijzonder sympathieke club uit die regio,
Erzgebirge Aue. Als Wismut Aue maakte de
club furore door liefst vijf keer kampioen te
worden van de voormalige DDR.‘De macht uit
de schacht’ wordt de club ook wel genoemd
en de ‘twee gekruiste hamers’ zijn op alle
sjaals en t-shirts terug te vinden. Wij vieren
een overwinning door met de spelers een
‘Humba’ te dansen. Waarom weet niemand
eigenlijk. In Aue doen ze dat een stuk beter.
De spelers knielen op het veld en houden
hun armen gekruist over elkaar, net zoals de
twee gekruiste hamers. De fans op de tribune
doen hetzelfde en samen zingen ze een
overwinningsleus. Prachtig!
Supporters van Newcastle United tijdens de Tyne-Wear derby